Op de plek waar ooit de energiecentrale van Richborough stond, wordt nu een transformatorhuis gebouwd. Hier komt de onderzeekabel aan land die het Britse stroomnet met dat van België verbindt. Het terrein is afgesloten met bramenstruiken en
met stalen dranghekken die zijn omgevallen in de wind. Een enkele bewaker waakt over een parkeerterrein waarop drie auto’s staan. Aan de achterkant leidt een verroeste brug over het riviertje de Stour, dat in Romeinse tijden een voorname
verkeersader was naar Canterbury. Maar tegenwoordig is het slechts een bescheiden stroompje. Wie het bruggetje oversteekt, staat op het weiland waar Vigilant Global, de netwerkbouwer van de Amerikaanse flitshandelaar DRW, zijn toren van
320 meter wil bouwen.
De nabijheid van de zee is precies de reden voor de enorme omvang van de constructie. Het Kanaal is hier bijna 100 kilometer breed en vanwege de bolling van de aarde zijn er hele hoge masten nodig zijn om de benodigde zichtlijn te behalen
met de schotels aan de overkant van het water, bij Nieuwpoort in België. Daarom zijn de meeste netwerkbouwers nu enkele kilometers naar het zuiden uitgeweken, naar Dover. Daar is Het Kanaal smaller en kan een radiosignaal gemakkelijk
vanaf de witte rotsen naar Duinkerken aan de overkant worden verstuurd. Maar die omweg kost tijd.
Vigilant diende zijn plannen in januari in bij de Dover District Council, de lokale overheid. Die opende een inspraakprocedure waarop vooral veel klachten over de geplande constructie binnenkwamen. Ook het bedrijf New Line Networks wees
de lokale overheid op een aantal tekortkomingen, zoals de effecten die de bouw zou hebben op de spoorlijn die achter het weiland langs loopt. New Line, een netwerkbouwer in handen van hft-firma’s Jump Trading en KCG, had een opzichtig
motief: het bedrijf diende zelf een voorstel in om een steenworp verderop een 305 meter hoge microwave-toren te bouwen.
‘Ik kan er niet bij dat er twee torens zouden moeten komen’, zegt Richborough-inwoner Crachnell. ‘Dat is echt onacceptabel. Zouden ze niet kunnen samenwerken?’ Crachnell woont achterin het piepkleine dorp, aan dezelfde weg als waar de tweede
toren zou moeten komen.
Tussen zijn huis en de voorgestelde bouwlocatie staan een betonnen hooischuur en twee silo’s. Een groep vogelaars van de lokale natuurorganisatie loopt net naar binnen om een nest te bekijken. Ze manen tot stilte als ze gevraagd worden
naar de bouwplannen: niet de vogels verstoren. Van de toren hebben ze nog niet gehoord. En een mening hebben ze ook niet: ze willen de landeigenaar tevreden houden, straks mogen ze hun vogelnest hier niet meer houden.