Bill Secker weet nog goed hoe hij als kleine jongen met zijn oma op de fiets op stap ging. De oliegestookte elektriciteitscentrale van Richborough stootte zware dampen uit die een grijze laag over de omgeving legden. ‘De zure rook haalde de lak van de auto’s’, vertelt hij voor zijn huis in het Engelse gehucht. ‘Het was hartstikke smerig. Maar de centrale, met zijn enorme koeltorens, die hoorde erbij. Je wist niet beter.’

Dat was meer dan 40 jaar geleden. Sindsdien heeft Richborough een metamorfose ondergaan. De centrale werd ontmanteld en de koeltorens en schoorstenen werden in 2012 afgebroken. Het gebied aan Het Kanaal wordt nu gedomineerd door weilanden, moerasland en de overblijfselen van het Romeinse fort, aan het einde van het straatje waar Secker woont. Dit is waar de Romeinse verovering van Brittannië in 43 na Christus begon. ‘Kijk om je heen’, zegt Secker met een weids gebaar. ‘Het is hier helemaal open, een van de grote voordelen van het leven hier. Behalve in de winter, dan heeft de koude wind hier vrij spel.’

Maar de horizon van dit landelijke stukje Kent staat op het punt ingrijpend te veranderen. Als het aan de financiële wereld ligt, moeten hier twee enorme torens komen. Het zou het hoogste punt van het land worden, zo hoog als de Eiffeltoren.

Daarmee is dit gebied aan de Britse zuidoostkust de plek waar een al jaren durende financiële ratrace letterlijk zijn hoogtepunt staat te beleven. Tussen beurssteden Londen en Frankfurt zijn netwerken opgericht van razendsnelle dataverbindingen, waar handelshuizen in enkele duizendsten van een seconde data voor hun koop- en verkooporders heen en weer schieten. Het zijn rijen van torens en masten, die via radioschotels een signaal doorgeven.